De Geest maakt levend. Het beloofde is gekomen.
Toen vormde God, de Heer, uit het stof van de aardbodem de mens en blies hem de levensadem in de neus. En zo kwam de mens tot leven. Genesis 2:7 7
Eindelijk is de lente begonnen, wat een mooi gezicht er komt weer kleur in de natuur, ook de klanken van de vogels die zingen zijn getui-gen van de lente die is gekomen.
Wat was daar voor nodig? De zon, warmte.
In prediker 3:1 staat: “Voor alles is een tijd onder de zon.” Een leuk detail is: The Birds, (de vogels) een popgroep uit de jaren 60 zong daar over: “ To everything there is a season and a time to every pur-pose, under heaven. Voor alles is er een seizoen en een tijd met een doel onder de hemel.
Na Pasen komt Hemelvaart en Pinksteren, de Belofte waar in Joël over gesproken wordt, gaat in vervulling. Nu is de tijd gekomen dat Ik Mijn Geest uitstort. Jezus zegt, wacht op de belofte van de Vader. Dit zegt Hij voordat Hij naar de hemel gaat en terug keert naar zijn Vader.
Wat is die belofte? Dat God de Heilige Geest zou geven, de Geest die leven geeft.
Is dat echt nodig? Ja anders zou Jezus dat niet hebben gezegd.
Het is de Heilige Geest die tot leven wekt al wat gezaaid is in ons hart; wat ook was gebeurd bij de discipelen. Jezus had hen drie jaar lang onderwezen en juist zij kregen deze opdracht. En zie alles wat zij geleerd hadden kwam tot leven en zij spraken met kracht waardoor velen gered werden en tot geloof kwamen.
De Heilige Geest is voor ons, wat de zon voor de natuur is, Hij brengt leven en overvloed. Jezus zegt: “ Ik ben gekomen dat zij leven hebben en overvloed!” Het woord van God komt tot leven, het zaad dat gezaaid is in onze harten komt tot leven door de Geest van God.
Het is de levensadem van God, Hij blaast Zijn levensadem in ons, net als toen Hij Adam schiep. Hij heeft Zijn levenskracht in u geblazen, die stelt ons in staat een leven in overvloed te leiden. Adem de kracht van de Heilige Geest in, dan zult u de werking van liefde, genade en de kracht van God in u voelen.
In Hem verbonden en Gods rijke zegen,
Adri en Marjolijn van der Mast.
